Betekenis (Engels)
Concepten
effenen
liefelijk
niet onbeduidend
Tegenovergesteld aan
swarthy
Synoniemen
Vertalingen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/fɛə/
Etymologie (Engels)
In summary
From Middle English fayr, feir, fager, from Old English fæġer (“beautiful”), from Proto-West Germanic *fagr, from Proto-Germanic *fagraz (“suitable, fitting, nice”), from Proto-Indo-European *peh₂ḱ- (“to fasten, place”). Cognate with Scots fayr, fare (“fair”), Danish feir, faver, fager (“fair, pretty”), Norwegian fager (“fair, pretty”), Swedish fager (“fair, pretty”), Icelandic fagur (“beautiful, fair”), Umbrian pacer (“gracious, merciful, kind”), Slovak pekný (“good-looking, handsome, nice”). See also peace.
Notes
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Engels met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " fair " en vele andere woorden en zinnen in Engels .