zurücklegen

Betekenis (Engels)

1. (transitive, weak) to put back
2. (transitive, weak) to put aside
3. (reflexive, weak) to recline
4. (transitive, weak) to cover, travel (a distance)

Concepten

afleggen

afdoen

uitbrengen

wegleggen

afzetten

wegzetten

bergen

opbergen

bewaren

uitdoen

maken

uitrichten

doen

uittrekken

uitvoeren

aanmaken

uitkrijgen

doormaken

doortrekken

doorkomen

uitkrijgen

afnemen

afpakken

afschaffen

bedrijven

blootstellen

elimineren

etaleren

opdoeken

uitmaken

uitstallen

verwijderen

wegdoen

weghalen

wegnemen

bedrijven

Synoniemen

leiten

tun

machen

anfertigen

herstellen

bergen

suspendieren

sparen

verstecken

beiseite legen

sich versorgen

entfernen

entziehen

ersparen

fortnehmen

fortschaffen

horten

legen

lehnen

überfliegen

überwinden

übriglassen

wegbringen

weglegen

wegnehmen

wiederbringen

wiedergeben

zurückgeben

zurücksenden

zurückzahlen

reservieren

übrig haben

auf die Seite legen

eifrig sammeln

beiseitelegen

zurücklehnen

ablegen

sich verstellen lassen

abräumen

abschaffen

aufheben

auslegen

aussetzen

ausstellen

bereisen

beseitigen

durcheilen

durchlaufen

Vertalingen

put away

put back

ôter

save

mettre de côté

construire

put aside

waive

fabriquer

faire

enlever

togliere

aşmak

Uitgesproken als (IPA)

[t͡suˈʁʏkˌleːɡn̩]

Etymologie (Engels)

zurück- + legen