tag

Betekenis (Engels)

Concepten

etiket

label

tikkertje

etiketteren

aanhangsel

dag

een melding geven

aaneenrijgen

aanhaling

badge

bestempelen

kwastje

lus

naam

nestel

noemen

rafel

samenflansen

uiteinde

Frequentie

B2
Uitgesproken als (IPA)
/tæɡ/
Etymologie (Engels)

From Middle English tagge (“small piece hanging from a garment”), probably of North Germanic origin. Compare Norwegian tagg (“point; prong; barb; tag”), Swedish tagg (“thorn; prickle; tine”), Icelandic tág (“a willow-twig”). Compare also tack.

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " tag " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions