object
(Engels)
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈɒb.d͡ʒɛkt/
Etymologie (Engels)
From Old French object, from Medieval Latin obiectum (“object”, literally “thrown against”), from obiectus, perfect passive participle of obiciō (“I throw against”), from ob- (“against”) + iaciō (“I throw”), as a calque of Ancient Greek ἀντικείμενον (antikeímenon). Doublet of objectum and objet.
Related words
mikpunt
ertegen zijn
tegenwerpingen maken
lijdend voorwerp
fysiek object
bezwaar maken
bezwaar hebben tegen
be against
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Engels met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " object " en vele andere woorden en zinnen in Engels .