reject

Betekenis (Engels)

Verb

1. (transitive) To refuse to accept; to forswear.
2. To block a shot, especially if it sends the ball off the court.
3. (transitive) To refuse a romantic advance.

Noun

1. Something that is rejected.
2. (derogatory, slang) An unpopular person.
3. (colloquial) A rejected defective product in a production line.
4. A rejected takeoff.

Concepten

verwerpen

afwijzen

weigeren

afkeuren

afslaan

vertikken

terugwijzen

nee zeggen tegen

ontkennen

wraken

heruitzenden

terugbezorgen

verdringen

retourneren

afstemmen

terugsturen

uitdrijven

afstoten

het verdommen

invalide verklaren

loochenen

terugdringen

verdrijven

verduwen

verjagen

weerleggen

wegdrijven

wegjagen

wegstoten

ciseleren

het oneens zijn

wegdringen

wegduwen

weggooien

terugwijzen

desavoueren

wegwerpen

overgeven

weren

ontzenuwen

logenstraffen

kotsen

afwijzen

braken

vergooien

beoordelen

verloochenen

uitbraken

spugen

verzaken

Synoniemen

refuse

decline

discard

turn down

deny

dismiss

repel

dislike

spurn

repulse

abandon

exclude

repudiate

expel

disavow

rebuff

refute

disown

send back

disallow

renounce

shun

leave

disapprove

disregard

resist

turn away

oppose

withhold

not want

cast off

disclaim

disagree

ignore

throw out

condemn

eliminate

abjure

pass up

throw

scorn

avoid

throw away

give up

get rid of

rebuke

eject

cast out

refuse to accept

drive away

Vertalingen

rejeter

ablehnen

rifiutare

rechazar

refuser

rejeitar

rigettare

zurückweisen

repousser

abweisen

respingere

verwerfen

rehusar

recusar

refusar

Uitgesproken als (IPA)

/ɹɪˈd͡ʒɛkt/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelengels: rejecten

In summary

From Late Middle English rejecten, from Latin rēiectus, past participle of reicere (“to throw back”), from re- (“back”) + iacere (“to throw”). Displaced native Old English āweorpan (literally “to throw out”).