bind

Betekenis (Engels)

Concepten

binden

verbinden

aansluiten

vastmaken

koppelen

vastbinden

inbinden

aanbinden

aanknopen

bijeenbinden

aanbranden

bepalen

bevestigen

fixeren

meren

onderbinden

tuigeren

vastleggen

vaststellen

vastlopen

een knoop leggen

knopen

samenbinden

inzwachtelen

nauwer aanhalen

omzwachtelen

opwinden

spannen

strekken

uitrekken

zwachtelen

afbinden

beslaan

klossen

knevelen

verstoppen

monteren

aaneenschakelen

schakelen

Frequentie

C1
Uitgesproken als (IPA)
/baɪnd/
Etymologie (Engels)

From Middle English binden, from Old English bindan, from Proto-West Germanic *bindan, from Proto-Germanic *bindaną (compare West Frisian bine, Dutch binden, Low German binnen, German binden, Danish binde), from Proto-Indo-European *bʰéndʰ-e-ti, from *bʰendʰ- (“to tie”). Compare Welsh benn (“cart”), Latin offendīx (“knot, band”), Lithuanian beñdras (“partner”), Albanian bind (“to convince, to awe, to spell”), Ancient Greek πεῖσμα (peîsma, “cable, rope”), Persian بستن (bastan, “to bind”), Sanskrit बन्धति (bándhati). Doublet of bandana.

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " bind " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions