kind

Senso (Inglese)

1. (neuter) child, kid, non-adult human
2. (neuter) first-degree descendant, still a minor or irrespective of age
3. (figuratively,neuter) product of influence, breeding etc.

Sinonimi

baby

👶

zoon

nakomeling

dochter

afstammeling

aansteller

nazaat

peuter

telg

wicht

zuigeling

jongere

draaitol

troetelkind

robbedoes

troetelnaam

woelwater

dochtertje

kleintje

zoontje

jongetje

jongeling

jongen

👦

kat

😺

kleinkind

meisje

nageslacht

Genere

Neutro

Pronunciato come (IPA)

/kɪnt/

Etimologia (Inglese)

From Middle Dutch kint, from Old Dutch kint, from Proto-West Germanic *kind (“offspring”), from Proto-Germanic *kindą (“offspring”), from Proto-Indo-European *ǵenh₁tóm (“that which is produced, that which is given birth to”), related to *ǵn̥h₁tós (“produced, given birth”), from *ǵenh₁- (“to produce, to give birth”).

Frasi

Als kind hadden zijn ouders hem leren schaatsen .

Da bambino, i suoi genitori avevano imparato a pattinarlo.

De receptionist gaf het kind een lolly .

L'addetto alla reception ha dato al bambino un lecca -lecca.

De agressieve hond blafte naar het kind .

L'aggressivo cane abbaiò al bambino.

Het kind was verdwaalt in de catacomben.

Il bambino è stato perso nelle catacombe.

In het park is een kind gevonden dat iemand te vondeling had gelegd .

Nel parco è stato trovato un bambino che qualcuno aveva messo giù.