deel

Senso (Inglese)

Noun

1. (neuter) part, piece
2. (neuter) volume (of a book or album)

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of delen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of delen:
3. (form-of,imperative) inflection of delen:

Sinonimi

stuk

gedeelte

onderdeel

aandeel

part

portie

rantsoen

Part

volume

dorsvloer

jaartelling

band

item

deeltje

bestanddeel

taks

aantal

afdeling

boekdeel

component

fractie

partikel

punt

veel

kleinigheid

fragment, passage

helft

rol

scherf

segment

fragment

fase

sorteerplankje

vensterblind

erfdeel

luik

detail

onbenulligheid

blind

lichaam

letterlijk

plantendeel

Pronunciato come (IPA)

/deːl/

Etimologia (Inglese)

From Middle Dutch dêel, from Old Dutch dēl, deil, from Proto-Germanic *dailą.

Frasi

Internet bereikt echter een deel van de bevolking dat al geïnteresseerd is .

Tuttavia, Internet raggiunge parte della popolazione già interessata.

De betreffende paragrafen zijn gewijzigd en maken niet langer deel uit van mijn advies .

Le sezioni pertinenti sono cambiate e non fanno più parte del mio consiglio.

Het preventieve deel is het deel dat ons nu bezighoudt en zorgen baart .

La parte preventiva è la parte che si occupa di noi ora e si preoccupa.