steken

Significado (Inglés)

Verb

1. (transitive) to prick, sting
2. (intransitive) to sting, hurt
3. (transitive) to stab, thrust (with a sharp instrument such as a dagger)
4. (transitive) to insert, put in

Noun

plural of steek

steek

• Noun
• Verb

Leer más

Conceptos

picar

apuñalar

meter

poner

colocar

punzar

pinchar

pespuntear

coser a máquina

sobreponer

instalar

posar

redactar

situar

acomodar

usar

acuchillar

🔪

anunciar

aplicar

construir

edificar

emplear

hacer

hacer uso de

injerir

Sinónimos

doen

prikken

stoppen

🛑

leggen

plaatsen

stellen

zetten

priemen

pikken

indoen

bijten

irriteren

insteken

situeren

aandoen

aanleggen

aanmaken

aantrekken

bedrijven

bouwen

construeren

fitten

inleggen

installeren

inzetten

maken

opbrengen

opleggen

poseren

aanbrengen

stationeren

stikken

uitbrengen

uitrichten

uitvoeren

zitten

🪑

binnenleiden

aankondigen

toepassen

op de heupen werken

voordoen

benutten

annonceren

aandienen

adverteren

aanzetten

woekeren

gebruiken

herstellen

doorvoeren

Traducciones

stab

stechen

stecken

sting

piquer

stellen

setzen

legen

sticheln

put

colocar

meter

place

poignarder

insert

Pronunciado como (IPA)

/ˈsteːkə(n)/

Etimología (Inglés)

Heredado de neerlandés medio: stēken

Heredado de Old Dutch: *stecan

In summary

From Middle Dutch stēken, from Old Dutch *stecan, from Proto-West Germanic *stekan, from Proto-Germanic *stikaną, originally a class 1 strong verb.

Oraciones

Nog twee dagen in Europa en dan steken we terug de Atlantische Oceaan over .

Dos días más en Europa y luego cruzamos el Océano Atlántico.

Hij dacht dat zijn scheerapparaat stuk was , maar hij was gewoon vergeten om de stekker erin te steken .

Pensó que su rasuradora estaba rota, pero se olvidó de enchufar.