kopen

Bedeutung

Verb

to buy, purchase

Noun

plural of koop

Mit Bindestrich als

ko‧pen

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈkoːpə(n)/

Etymologie

From Middle Dutch côpen, from Old Dutch cōpon, from Proto-West Germanic *kaupōn, from Proto-Germanic *kaupōną, from Latin caupō.

Sätze

Ik moet dringend een nieuwe kopen .

Ich muss dringend einen neuen kaufen.

Ideaal als je op het laatste moment nog een cadeau wilt kopen .

Ideal, wenn Sie in letzter Minute ein Geschenk kaufen möchten.

Ik moet nog een cadeau kopen voor Vaderdag .

Ich muss ein weiteres Geschenk für den Vatertag kaufen.

Je kan wat snacks gaan kopen in de nachtwinkel .

Sie können im Nachtgeschäft ein paar Snacks kaufen.

Je kan een stekkerdoos kopen in de electrowinkel op de Bosstraat.

Sie können eine Sockel im Electro Store in Bossstraat kaufen.