grond

Bedeutung

1. (masculine,uncountable) ground, dirt, soil
2. (masculine,uncountable) floor, ground
3. (masculine) ground, land, territory

Geschlecht

♂️ Männlich

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈɣrɔnt/

Etymologie

From Middle Dutch gront, from Old Dutch grunt, from Proto-West Germanic *grundu, from Proto-Germanic *grunduz.

Sätze

Aardappelen groeien onder de grond .

Kartoffeln wachsen unterirdisch.

Hij liet zijn plateau op de grond vallen .

Er ließ sein Plateau auf den Boden fallen.

Europa moet nu zijn grond , zijn beschaving en zijn tradities beschermen .

Europa muss jetzt sein Land, seine Zivilisation und seine Traditionen schützen.

De kinderen zaten allemaal in kleermakerszit op de grond .

Die Kinder saßen alle in einem Kreuzmacher auf dem Boden.

Zij is van haar stoel gedonderd terwijl ze haar gevallen bestek van de grond wou rapen .

Sie wurde von ihrem Stuhl donnerte, während sie ihren Besteck vom Boden holen wollte.

Op grond van dit soort overwegingen hebben wij twee amendementen ingediend .

Wir haben zwei Änderungen auf der Grundlage dieser Arten von Überlegungen eingereicht.