zien

Meaning

to see

Pronounced as (IPA)

/zin/

Etymology

From Middle Dutch sien, from Old Dutch sian, from Proto-West Germanic *sehwan, from Proto-Germanic *sehwaną, from Proto-Indo-European *sekʷ- (“to see, notice”).
Originally a class 5 strong verb, but the Germanic *h was lost from the infinitive and present tense forms through syncope in Old Dutch. However, it alternated with *g in the past tense through Grammatischer Wechsel, and this remained.

Sentences

Kan je laten zien waar het pijn doet ?

Can you show where it hurts?

Het was mooi om te zien dat ze elkaar na al die jaren nog even graag zagen .

It was nice to see that they still loved each other after all these years.

De toren was van ver te zien .

The tower was visible from afar.

We zien eindelijk het licht aan het einde van de tunnel .

We finally see the light at the end of the tunnel.

Ik verzoek u met klem van dat plan af te zien .

I would urge you to rethink.

Het doet me plezier te zien dat hij zo enthousiast is over zijn nieuwe functie .

I'm pleased to see that he's so excited about his new position.

Wellicht kunt u iets zeggen over hoe dit pakket voor juni eruit zal zien .

Perhaps you can add something about how this package is being prepared for June.

Als je die specifieke arts wil zien moet je dat aanvragen .

If you want to see that specific doctor, you have to request it.