vroeger

Meaning

Adj

1. (comparative, form-of) comparative degree of vroeg
2. having to do with or occurring in the past

Adv

1. earlier
2. formerly, previously
3. in the past

Concepts

previously

earlier

former

prior

previous

formerly

before

anterior

ahead

last

ex-

antecedent

beforehand

past

erstwhile

old

🧓

advanced

aforetime

erst

forward

in advance

advance

preceding

pristine

sometime

beforetime

late

of yore

one time

once

or

early

precedent

already

at one time

anteriorly

antecedently

toforehand

quondam

simultaneously

firstly

erenow

has-been

time

⌚

in former times

ex

last time

Synonyms

eerder

voorheen

daarvoor

indertijd

vooraan

voorafgaand

voorgaand

verleden

weleer

vorig

voormalig

tevoren

eerst

ex-

destijds

eens

geween

gewezen

ooit

toenmalig

vooraf

voorbije

voordien

wel eens

Pronounced as (IPA)

/ˈvruɣər/

Sentences

Vroeger heb ik nog veel met de LEGO gespeeld .

I used to play a lot with the LEGO.

Ik had vroeger een postzegelverzameling .

I used to have a stamp collection.

Vroeger had dat dorp een omwalling.

That village used to have a rampart.

Transactiekosten bestonden vroeger ook al , maar ze zijn verlaagd .

Transaction costs existed before; they have been reduced.

Vroeger hadden alle kantoren tl-lampen maar tegenwoordig wordt dit steeds vaker vervangen door ledverlichting.

In the past, all offices had fluorescent lamps, but nowadays this is increasingly being replaced by LED lighting.