veel

Meaning

Det

many, much, a lot of

Pron

much, a lot

Adv

1. much
2. often, frequently

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of velen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of velen:
3. (form-of,imperative) inflection of velen:

Noun

Alternative form of vedel

Pronounced as (IPA)

/veːl/

Etymology

From Middle Dutch vele, from Old Dutch filo, from Proto-Germanic *felu.

Sentences

U ziet dat er nog heel veel te doen is .

As we can see, there is still much work to be done.

Drie weken later voelde hij zich al veel beter .

Three weeks later, he was feeling much better.

Dat zal onze reputatie veel goed doen .

It will do our reputation a great deal of good.

Toch lijkt de ziekte voor veel mensen niet te bestaan .

But a lot of people act as if AIDS does not exist.

Het was een dag met veel emoties .

It was a day full of emotions.

Veel wetenschappers werken jaren hieraan , en jij zegt het in een middag gedaan te hebben ?

Many scientists have been working on this for years, and you say you did it in an afternoon?

Er was veel schade na de tropische storm .

There was a lot of damage after the tropical storm.

Hij heeft ons werkelijk veel stof gegeven tot nadenken en concreet handelen .

He really has provided much food for thought and, above all, practical commitment.