mogen

Meaning

1. (intransitive) to be allowed
2. (auxiliary) may, can, be allowed to
3. (intransitive) may go, can go, to be allowed to go
4. (transitive) may have, can have
5. (transitive) to like (of food or of a person)

Concepts

may

like

appreciate

enjoy

love

❤️

appraise

assess

evaluate

fancy

gauge

judge

🧑‍⚖️

prize

rate

think highly of

think well of

have a high regard for

be able to

assay

esteem

estimate

value

delight

enchant

can

allowed

should

have the right to

please

cherish

deem

Synonyms

hechten aan

houden van

waarderen

begroten

achten

schatten

hoogachten

taxeren

achting hebben voor

achting toedragen

kunnen

het recht hebben

graag doen

charmeren

bevredigen

liefhebben

❤️

bevallen

beminnen

❤️

tevredenstellen

vergenoegen

behagen

leuk vinden

Translations

dürfen

schätzen

würdigen

pouvoir

wertschätzen

mögen

achten

poder

gostar de

estimar

prezar

apprezzare

apprécier

Pronounced as (IPA)

/ˈmoːɣə(n)/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: mogen

Inherited from Old Dutch: mugan

In summary

From Middle Dutch mogen, from Old Dutch mugan, from Proto-West Germanic *magan, from Proto-Germanic *maganą, from Proto-Indo-European *magʰ-, *megʰ-.

Sentences

We mogen en moeten daar heel blij mee zijn .

We must and should rejoice in that.

Hoe lang mogen ze worden bewaard ?

With whom can they be shared?

Er mogen nog wat kruiden in de puree .

A few more herbs may be added to the puree.

Ze mogen niet worden gebruikt voor bedrijfsbelangen.

They must not be captured by corporate interests.

Deze zaken mogen worden aangekaart, ook als men zich vol overgave tegen discriminatie inzet .

It is possible to raise these things, even if one is committed to fighting discrimination.

De maatregelen ter ondersteuning van biodiversiteit mogen niet vergeten worden .

The biodiversity support measures must not be forgotten.