fnuiken

Meaning

to curtail, cripple, weaken, rein in

Concepts

weaken

enfeeble

dishearten

use up

enervate

take down

butcher

calm

chop

cover

cripple

cut off

damage

defeat

demolish

depress

dig up

disable

discourage

down

drop

excavate

exhaust

go through

grub

hack

humiliate

kill

🔪🩸👤

liquidate

maim

mortify

overcome

overthrow

pass through

pull down

quiet

quiten

shoot

shoot dead

slaughter

slay

soothe

still

surmount

tackle

tranquilize

vanquish

win over

abase

make lame

appease

assuage

beat

breakdown

bring down

Synonyms

verzwakken

neerslachtig maken

uitputten

ontmoedigen

de moed ontnemen

neerdrukken

vernederen

deprimeren

terneerdrukken

delven

deren

doden

🔪🩸👤

doodmaken

doodschieten

doorgaan

fusilleren

gaan door

geruststellen

kalmeren

kappen

kleinmaken

krenken

luwen

neerhalen

neervellen

ombrengen

🔪🩸👤

omhakken

opduikelen

opgraven

overwinnen

rooien

slachten

slopen

uitgraven

vellen

verflauwen

verootmoedigen

verslaan

winnen

wippen

zegevieren

😤

neerkomen

omkappen

putten uit

afbreken

ootmoedigen

afhakken

afhouwen

afkappen

afleggen

aflopen

afslachten

bedaren

bevangen

Hyphenated as

fnui‧ken

Pronounced as (IPA)

/ˈfnœy̯kə(n)/

Etymology

From Middle Dutch fnuken, vnuken; further etymology uncertain. Compare German Low German fnuken (“to push, press, nudge”).