grond

Meaning

1. (masculine,uncountable) ground, dirt, soil
2. (masculine,uncountable) floor, ground
3. (masculine) ground, land, territory

Concepts

soil

ground

earth

land

basis

bottom

dirt

base

floor

foundation

reason

justification

earthy

motive

occasion

rationale

real estate

cause

explanation

warrant

Synonyms

aarde

bodem

land

aardrijk

drek

ondergrond

reden

huisvuil

🗑️

met

natuurlijk

op

🆙

vloer

voedingsbodem

voet

🦶

vuil

vuilnis

wereld

🗺️

konijnehol

straatvuil

achtergrond

afval

beweegreden

de

fond

geld

💸

Pronounced as (IPA)

/ˈɣrɔnt/

Etymology

From Middle Dutch gront, from Old Dutch grunt, from Proto-West Germanic *grundu, from Proto-Germanic *grunduz.

Sentences

Aardappelen groeien onder de grond .

Potatoes grow underground.

Hij liet zijn plateau op de grond vallen .

He dropped his platform to the ground.

Europa moet nu zijn grond , zijn beschaving en zijn tradities beschermen .

Now is the time for Europe to defend its land, its civilisation and its traditions.

De kinderen zaten allemaal in kleermakerszit op de grond .

The children were all sitting cross-legged on the floor.

Zij is van haar stoel gedonderd terwijl ze haar gevallen bestek van de grond wou rapen .

She fell from her chair as she tried to pick up her fallen cutlery from the ground.

Op grond van dit soort overwegingen hebben wij twee amendementen ingediend .

On the basis of these considerations, we have tabled two amendments.