reden

Meaning

Noun

reason, ground

Verb

1. to equip (a ship)
2. (broadly) to equip, fit, supply with (something with a supplemental tool)

Verb

1. (form-of, indicative, past, plural) inflection of rijden:
2. (dated, form-of, formal, past, plural, subjunctive) inflection of rijden:

rede

• Noun
• Verb

Read more

rijden

1. (intransitive) to ride
2. (ambitransitive) to drive

Read more

Concepts

reason

cause

purpose

rode

account

occasion

matter

motive

travelled

incentive

rationale

explanation

call

score

subject

justification

Synonyms

oorzaak

reed

bedoeling

doel

grond

nut

zin

beweegreden

strekking

aanleiding

Translations

Grund

cause

causa

Ursache

causa

raison

motif

causa

λόγος

αιτία

Anlaß

ragione

Veranlassung

causa

Pronounced as (IPA)

/ˈreːdə(n)/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: reden

Inherited from Middle Dutch: rêden

In summary

From Middle Dutch reden, from the root of rede (“reason, discourse”).

Sentences

Een andere reden is er niet .

There is no other obvious reason for it.

We hebben dus alle reden om bij de regio betrokken te blijven .

Therefore, we have every reason to stay engaged.

Om die reden heb ik tegen het voorstel gestemd .

I therefore voted against this proposal.

Dat is de reden waarom we tegen het verslag hebben gestemd .

That is why we voted against the report.

Deze kwestie heeft ons werkelijk hoofdpijn bezorgd en was voor ons reden tot bezorgdheid .

This matter had really given us some headaches and been a cause for concern.

Dit is nog een reden om het verdrag te verwerpen .

This is yet another reason to reject the Treaty.