natuurlijk

Meaning

Adv

1. naturally
2. of course

Adj

natural

Concepts

natural

naturally

of course

native

innate

inbred

inborn

congentital

certainly

surely

obviously

understandably

unsophisticated

untaught

au naturel

relating to Galen’s methods

by all means

inartificial

canonical

congenital

constitutional

earthy

evidently

galenical

matter of course

natch

no doubt

uncoined

Opposite of

kunstmatig, synthetisch

Synonyms

uiteraard

vanzelfsprekend

aangeboren

tuurlijk

begrijpelijkerwijs

dat spreekt vanzelf

van nature

allicht

mogelijk

grond

de

voet

🦶

galenisch

onontkomelijk

met

op

🆙

Translations

natürlich

naturel

naturalmente

natural

naturellement

φυσικά

naturalmente

bien sûr

αβίαστος

innato

angeboren

bien entendu

congénito

naturalmente

Pronounced as (IPA)

/naːˈtyrlək/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: natuurlijc

In summary

From Middle Dutch natuurlijc. Equivalent to natuur + -lijk.

Sentences

Natuurlijk verwelkomen we dat , commissaris .

Of course we welcome that, Commissioner.

Zoals met alles in het leven is deze richtlijn natuurlijk niet perfect .

Of course, as with everything in life, this directive is not perfect.

Het was even schrikken , maar dat is natuurlijk het doel van een spookhuis .

It was a bit of a shock, but that is of course the purpose of a haunted house.

Natuurlijk liepen de meningen uiteen , en wie kan ons dat verwijten ?

Of course, opinions differed, and who could blame us?

Ze heeft de kleur veranderd met een natuurlijk pigment .

She changed the color with a natural pigment.

En natuurlijk ook op basis van respect voor de mensenrechten en de menselijke solidariteit .

And also, of course, on respect for human rights and human solidarity.