fill
Betekenis (Engels)
-
- To make full
- To make full
- To make full
- To become full.
- To become full.
- To satisfy or obey (an order, request, or requirement).
- To install someone, or be installed, in (a position or office), eliminating a vacancy.
- To treat (a tooth) by adding a dental filling to it.
- To block, obstruct
- To supply fully with food; to feed; to satisfy.
- To trim (a yard) so that the wind blows on the after side of the sails.
- (slang) To have sexual intercourse with (a female).
Concepten
vullen
stoppen
vervullen
invullen
spekken
bezetten
aanvullen
dempen
dichten
dichtmaken
toestoppen
verstoppen
volstoppen
volmaken
volschenken
uitvoeren
bekleden
beslaan
bijwerken
completeren
supplementeren
voleinden
nakomen
plomberen
opvullen
vulling
bewonen
bezig houden
in beslag nemen
inwonen
naleven
verrichten
voltrekken
verzadigen
farceren
lading
vulsel
bedelven
overstelpen
verpletteren
bekomst
inladen
verzadiging
zwellen
voeden
bevredigen
sussen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/fɪl/
Etymologie (Engels)
table From Middle English fillen, fullen, from Old English fyllan (“to fill, fill up, replenish, satisfy; complete, fulfill”), from Proto-West Germanic *fullijan, from Proto-Germanic *fullijaną (“to make full, fill”), from *fullaz (“full”), from Proto-Indo-European *pl̥h₁nós (“full”). Cognate with Scots fill (“to fill”), West Frisian folje (“to fill”), Low German füllen (“to fill”), Dutch vullen (“to fill”), German füllen (“to fill”), Danish fylde (“to fill”), Swedish fylla (“to fill”), Norwegian fylle (“to fill”), Icelandic fylla (“to fill”) and Latin plenus (“full”)
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " fill " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes