wandern
Betekenis (Engels)
- (intransitive, weak) to hike, to go trekking
- (intransitive, weak) to wander, to migrate, to move spontaneously, to end up (somewhere)
Concepten
Synoniemen
umherschweifen
herumstreunen
umherirren
umherstreichen
umherwandern
zu Fuß gehen
mäandern
herumwandern
zu Fuß reisen
trecken
herumschlendern
sich dahinwinden
in Mäandern fließen
herumbummeln
bergwandern
ausfasern
Vertalingen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈvandɐn/
Etymologie (Engels)
From Middle High German wandern, from Old High German *wantarōn, from Proto-West Germanic *wandarōn.
Notes
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Duits met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " wandern " en vele andere woorden en zinnen in Duits .