scharf

Betekenis (Engels)

1. sharp; able to cut (knife, edge)
2. sharp (criticism, perception, intellect)
3. sharp; in focus (picture, script)
4. hot; spicy; pungent (taste)
5. hot; sexy; attractive
6. hot; aroused; horny
7. live (bomb or ammunition)

Concepten

scherp

fel

bijtend

doordringend

guur

schel

schril

snerpend

heet

hatelijk

puntig

geil

lekker

porno

scherpe

acuut

snijdend

vlijmend

zuur

pikant

spits

zurig

zurige

vinnig

ad rem

fijn

gekuist

gevat

snedig

spitsvondig

subtiel

geestig

helder

bitter

druk

kras

kwiek

levendig

opgewekt

rap

tierig

vief

wakker

bits

snibbig

kruidig

prikkelend

merkwaardig

op de voorgrond tredend

opmerkelijk

prominent

uitstekend

vooruitstekend

exact

precies

vlak

krijsend

schelklinkend

gevoelig

wreed

zwaar

pittig

sterk

straf

gepunt

vooruitstrevend

bijtgraag

wrang

scherpzinnig

Uitgesproken als (IPA)

/ʃarf/

Etymologie (Engels)

From Middle High German scharpf, from Old High German scarf, from Proto-West Germanic *skarp, from Proto-Germanic *skarpaz, from Proto-Indo-European *(s)kerb-, from *(s)ker- (“to cut”). Compare Low German scharp, Dutch scherp, English sharps, Danish skarp.

Zinnen

Der lange Fühler am Vorderende ist unpaarig , scharf abgesetzt und beweglich .

De lange sensor aan de voorkant is ongepaard, scherp stopgezet en beweegbaar.