Rede

Betekenis (Engels)

speech, address

Concepten

redevoering

oratie

rede

speech

spraak

toespraak

spreken

🗣️

vertoog

conversatie

gesprek

🗣️

stem

spreektaal

redekunst

interaktie

alleenspraak

konversatie

bespreking

monoloog

praten

🗣️

rederijkerskunst

retorica

retoriek

wijs

woord

geklets

🧇

onderlinge beïnvloeding

Synoniemen

Vortrag

🗣️

Genus verbi

Zustandsform

Stimme

Ansprache

Sprache

Gespräch

Unterhaltung

Diskurs

Monolog

Sprechen

Konversation

Erörterung

Wort

Satz

Aussprache

Diskussion

Gerede

Meinung

Redeweise

Referat

Unterredung

Worte

Rackewele

Andachtsraum

Lauf

Schlusswort

Selbstgespräch

Sprachgebrauch

Stil

Gebet

Einführung

Sprachproduktion

Verlauf

Vorlesung

Besprechung

Behauptung

Konversation, Unterhaltung, Unterredung, Gespräch

Zunge

👅

Zusammenfassung

Anrede

Reden

Abhandlung

Meinungsäußerung

gesprochene Sprache

Gebetbuch

Predigt

Rede halten

Redekunst

reden

🗣️

Vertalingen

speech

discours

discorso

discurso

discurso

🗣️

konuşma

🗣️

talk

🗣️

address

discourse

ομιλία

oración

conversation

oration

fala

كلام

Dialecten

Aargau

red

Basel-Landschaft

reed

Gegevens verstrekt door: Deutsch-Schweizerdeutsches Wörterbuch

Uitgesproken als (IPA)

/ˈreːdə/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelhoogduits: rede

Overgenomen van Oudhoogduits: redia

Verwant aan Latijn: ratiō

Verwant aan Duits: Rat

Verwant aan Engels: rede

In summary

From Middle High German rede, from Old High German redia, radia (“speech, view, opinion”), from Proto-Germanic *raþjǭ, *raþjō (“accountability, speech”); from the same root as reden (“to talk, to speak”). Cognate with Latin ratiō (“account, reason, proof”) and German Rat (“counsel”), English rede (“counsel”).

Zinnen

Deine Rede war der Hammer !

Je toespraak was geweldig!

Seine Rede kann man nur als zynisch bezeichnen .

Zijn toespraak kan alleen worden omschreven als cynisch.