Land

Betekenis (Engels)

1. (neuter,strong) country (territory of a nation)
2. (neuter,strong) state, province (political division of a federation retaining a notable degree of autonomy)
3. (neuter,strong) land (real estate or landed property)
4. (neuter,strong) land (part of Earth which is not covered by oceans or other bodies of water)
5. (neuter,strong) country, countryside (rural area, as opposed to a town or city)

Concepten

land

platteland

grond

staat

open veld

aarde

natie

bodem

provincie

akker

terrein

veld

gebied

actie

campagne

veldtocht

gewest

regio

aardrijk

territorium

landstreek

streek

aardrijk

landerij

volk

district

grondgebied

kanton

kwartier

laagvlakte

vlakte

Geslacht

Onzijdig

Uitgesproken als (IPA)

/lant/

Etymologie (Engels)

From Middle High German lant, from Old High German lant, from Proto-West Germanic *land, from Proto-Germanic *landą, from Proto-Indo-European *lendʰ- (“land, heath”). Compare Dutch, English, and Danish land, Gothic 𐌻𐌰𐌽𐌳 (land).

Zinnen

Dazu bot er ihnen seinen Schutz und freies Land an .

Om dit te doen, bood hij hen zijn bescherming en vrij land aan.

Zehn Jahre später verkaufte er sein Land an seinen Sohn , Elias Hadley.

Tien jaar later verkocht hij zijn land aan zijn zoon, Elias Hadley.

Wirtschaftlich geht es dem Land sehr gut .

Het land doet het heel goed economisch.

Das Land braucht ernsthafte Strukturreformen.

Het land heeft ernstige structurele hervormingen nodig.

Im übrigen Land gingen die Kampfhandlungen weiter .

In de rest van het land ging de gevechten verder.

Doch als die Kontinente aufeinanderprallen , spaltet ein Erdbeben das Land .

Maar wanneer de continenten botsen, splitste een aardbeving het land.