impose

Betekenis (Engels)

Frequentie

C2
Met koppelteken als
im‧pose
Uitgesproken als (IPA)
/ɪmˈpəʊz/
Etymologie (Engels)

The verb is derived from Late Middle English imposen (“to place, set; to impose (a duty, etc.)”), borrowed from Middle French imposer, and Old French emposer, enposer (“to impose (a duty, tax, etc.)”) (modern French imposer), from im-, em- (variants of en- (prefix meaning ‘in, into’)) + poser (“to place, put”), modelled after: * Latin impōnere, the present active infinitive of impōnō (“to place or set (something) on; (figurative) to impose (a duty, tax, etc.)”), from im- (variant of in- (prefix meaning ‘on, upon’)) + pōnō (“to place, put; etc.”) (ultimately from Proto-Indo-European *h₂pó, *h₂epó (“away; off”) + *tḱey- (“to cultivate; to live; to settle”)); and * Latin impositus (“established; put upon, imposed”), the perfect passive participle of impōnō: see above. The noun is derived from the verb.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " impose " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions