aufgehen

Betekenis

  1. (class-7,strong) to open, come undone
  2. (class-7,strong) to rise, expand (of dough etc.)
  3. (class-7,strong) to rise, come up (of a celestial body)
  4. (class-7,strong) to work out
  5. (class-7,figuratively,strong) to add up, to come out even
  6. (class-7,strong) to sprout, germinate
  7. (class-7,strong) to disintegrate; to be integrated into; to be absorbed by; to disappear into
  8. (class-7,strong) to open

Frequentie

C2
Uitgesproken als (IPA)
/ˈʔaʊ̯fɡeːən/
Etymologie

From Middle High German ūfgān, ūfgēn, from Old High German ūfgangan, ūfgān, ūfgēn. Equivalent to auf- + gehen. Compare Dutch opgaan.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Duits

Begin met het leren van Duits met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " aufgehen " en vele andere woorden en zinnen in Duits .

Ga naar onze Duits cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions