steigen

Betekenis (Engels)

1. (class-1,intransitive,strong) to ascend, to climb, to rise
2. (class-1,intransitive,strong) to rise (in value, of commodities etc.)
3. (class-1,intransitive,strong) to enter, to step (into a large vehicle)
4. (class-1,intransitive,strong) to rear up

Concepten

klimmen

stijgen

rijzen

opgaan

opstaan

bestijgen

opkomen

groeien

naar boven gaan

wassen

uitstijgen

opstijgen

beklimmen

toenemen

afdalen

naar beneden gaan

uitgaan

uitkomen

uitlopen

uitstappen

uittreden

zinken

klauteren

bestijgen

rijzen

stijgen

verrijzen

verrijzen

aan boord gaan

aanwassen

oplopen

vergroten

omhoog gaan

Uitgesproken als (IPA)

/ˈʃtaɪ̯ɡən/

Etymologie (Engels)

From Middle High German stîgen, from Old High German stīgan, from Proto-West Germanic *stīgan, ultimately from Proto-Germanic *stīganą. Cognate with obsolete English sty.