wassen
Betekenis (Engels)
-
to wash, to clean
Concepten
wassen
groeien
mengen
mixen
temperen
vermengen
verwarren
aanwassen
toenemen
gedijen
de was doen
met was insmeren
was aanbrengen
uitwassen
rijzen
aangroeien
meer gaan betalen
opslag geven
stijgen
uitbouwen
uitbreiden
vergroten
vermeerderen
groter worden
draaien
heruitzenden
keren
omdraaien
omkeren
retourneren
ronddraaien
terugbezorgen
terugsturen
terugwijzen
wenden
wentelen
zwenken
insmeren
inwrijven
kuisen
poetsen
reinigen
schoonmaken
spoelen
zich wassen
baden
in bad doen
logen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈʋɑsə(n)/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch wasschen, from Old Dutch wascan, from Proto-West Germanic *waskan, from Proto-Germanic *waskaną, ultimately from Proto-Indo-European *wed- (“water, wet”).
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " wassen " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina