assess
Betekenis (Engels)
- To determine, estimate or judge the value of; to evaluate
- To impose or charge, especially as punishment for an infraction.
- To calculate and demand (the tax money due) from a person or entity.
Concepten
hoogachten
houden van
achting hebben voor
achting toedragen
hechten aan
quoteren
Synoniemen
think highly of
think well of
have a high regard for
levy a tax
pass judgment on
take stock of
divide among
cost estimation
assess the tax of
cost estimate
curcharge
administer justice
admire
charge a tax
denounce
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/əˈsɛs/
Etymologie (Engels)
From Middle English assessen, from Old French assesser, from Medieval Latin assessare, originally the frequentative of Latin assessus, past participle of assidēre, from ad (“to, towards, at”) + sedeō (“sit; settle down”). Cognate with Spanish asentar (“to settle”).
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " assess " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions