toch

Reikšmė (Anglų k.)

1. still, nevertheless, anyway
2. after all, despite what was expected
3. yes, surely; implies a positive contradiction, used to contradict a negative.
4. In positive statements, a modal particle indicating certainty or emphasis, implying that the speaker considers his statement to be obvious.
5. In questions, a modal particle indicating uncertainty or sometimes worry, implying that the speaker hopes to be confirmed or reassured; may also be postpositioned as a tag question.; right? is that so?

Sinonimai

immers

echter

wel

zeker

niettemin

maar

evenwel

desondanks

nochtans

ja

jawel

uitroep

❗

namelijk

niettegenstaande

ook

zelfs dan

nietteminn

nog

vooral

waarlijk

wel degelijk

voorzeker

desalniettemin

en of

hoor

alhoewel

Vertimai

doch

sin embargo

trotzdem

nevertheless

néanmoins

dennoch

yet

however

ja

surely

allerdings

pourtant

zwar

wohl

certes

Tariamas kaip (IPA)

/tɔx/

Etimologija (Anglų k.)

Paveldėta iš Vidurio Vokietijos: toch

In summary

From Middle Dutch toch, alteration of doch.

Sakiniai

En noemt u de zaken toch vooral bij hun naam .

Ir jūs minite dalykus daugiausia jų vardu.

Toch lijkt de ziekte voor veel mensen niet te bestaan .

Vis dėlto daugeliui žmonių, atrodo, neegzistuoja liga.

Je blijft hier toch niet staan in de kou ?

Jūs nestovite čia šaltyje, ar ne?

Graag toch nog een paar opmerkingen .

Kaip keli komentarai.

Toch transporteren ze de ziekte niet .

Vis dėlto jie neveda ligos.

Op de plaats van de moord hadden de onderzoekers een lege huls gevonden , maar toch was er niemand neergeschoten .

Tyrėjai nužudymo vietoje rado tuščią rankovę, tačiau niekas nebuvo nušautas.