wel

Reikšmė

Adv

1. the opposite of not (used to add positive emphasis to the verb, much like the auxiliaries do or does in affirmative sentences in English)
2. no less than, as much as, as many as (expressing amazement)
3. fairly
4. (dated,dialectal) well

Noun

weal (general state of well-being and prosperity)

Noun

well, source

Noun

well; shaft (excavation made for the extraction of mineral resources)

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of wellen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of wellen:
3. (form-of,imperative) inflection of wellen:

Tariama kaip (IPA)

/ʋɛl/

Etimologija

From Middle Dutch wel, from Old Dutch *wela, wala, from Proto-Germanic *wela, from Proto-Indo-European *welh₁-. Compare German wohl, English well, Icelandic vel, Swedish väl, Danish and Norwegian vel.

Sakiniai

Ik vind het wel logisch eigenlijk .

Manau, kad tai logiška.

Wij zullen wel een oplossing vinden , maar zoals gezegd is dit niet zo gemakkelijk .

Mes rasime sprendimą, tačiau, kaip sakoma, tai nėra taip lengva.

Waar ze wel op gebaseerd zijn , is niet te achterhalen .

Tai, kuo jie remiasi, negali būti atsekta.

We moeten nagaan of er wel een politieke wil is .

Turime patikrinti, ar yra politinė valia.

Als je er langer over doet komen ze je wel verlossen .

Jei užtruksite ilgiau, jie jus paleis.

Daaruit blijkt echter ook wel hoe hij zijn rol in deze situatie ziet .

Tačiau tai taip pat parodo, kaip jis mato savo vaidmenį šioje situacijoje.

Ik kon er de ironie wel van inzien .

Aš galėjau pamatyti jo ironiją.

Wat we wel weten , is dat er iets heel vreemds is aan deze uitbraak .

Tai, ką mes žinome, yra tai, kad šiame protrūkyje yra kažkas labai keisto.