zeker

Signification (Anglais)

Adj

1. certain, sure
2. confident, secure
3. confirmed

Adv

1. certainly, surely
2. particularly, especially
3. at least

Concepts

sûr

certain

assurément

certainement

sûrement

certes

probablement

absolument

si

assuré

sûre

sans aucun doute

sans doute

sans faute

d’abord

surement

décidément

pour sûr

carrément

défini

définitive

emphatiquement

sans nul doute

évidemment

énergiquement

fiable

incontestablement

indubitablement

catégoriquement

résolument

sans conteste

mets-en

bien sûr

Synonymes

vast

bepaald

beslist

ongetwijfeld

wel

gewis

toch

immers

stellig

waarschijnlijk

verzekerd

wel degelijk

allicht

wis

volstrekt

per se

vaststaand

strikt

vooral

absoluut

zeker weten

overtuigd

dicht

veilig

zonder twijfel

gesloten

voorzeker

ook

betrouwbaar

jazeker

behouden

bona fide

duidelijk

echt

echter

geborgen

goedaardig

ja

jawel

juist

nadrukkelijk

ongevaarlijk

safe

sommige

ten enenmale

vertrouwd

waarlijk

weliswaar

werkelijk

ontegenzeglijk

ontwijfelbaar

onverdacht

zeer zeker

met zekerheid

en of

Coupé comme

ze‧ker

Prononcé comme (IPA)

/ˈzeː.kər/

Étymologie (Anglais)

Hérité de moyen néerlandais: sēker

Hérité de Old Dutch: *sikur

In summary

From Middle Dutch sēker, from Old Dutch *sikur, from Proto-West Germanic *sikur (“free, secure”), borrowed from Latin sēcūrus.

Phrases

Dat laatste mag het vast en zeker niet zijn .

Ce dernier ne devrait certainement pas l'être.

Ben je volkomen zeker van je zaak ?

Êtes-vous complètement sûr de votre cas?

Hoe men dit zo zeker durft te beweren ?

Comment dire que c'est si sûr?

Soms weet ik niet zeker of een bepaald woord correct Nederlands is .

Parfois, je ne sais pas si un certain mot est correct néerlandais.

Breng zeker je zwembroek of bikini mee .

Assurez-vous d'apporter votre maillot de bain ou votre bikini.

Ben je zeker dat de lading goed vastgegespt is ?

Êtes-vous sûr que la charge est bien coincée?