open

Significado (Inglês)

Adj

1. open, not closed
2. open for business
3. open, receptive

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of openen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of openen:
3. (form-of,imperative) inflection of openen:

Sinônimos

vrij

🆓

oprecht

openlijk

opening

rondborstig

vrije

vrijmoedig

eerlijk

geopend

gratis

🆓

openhartig

Pronunciado como (IPA)

/ˈoː.pə(n)/

Etimologia (Inglês)

From Middle Dutch ōpen, from Old Dutch opan, from Proto-West Germanic *opan, from Proto-Germanic *upanaz.

Frases

Het raam gaat naar buiten open .

A janela se abre.

Tijdens Kerstmis zijn er gewoonlijk minder winkels open .

Geralmente, há menos lojas abertas durante o Natal.

Het is dweilen met de kraan open .

Está limpando com a torneira aberta.

Het moet open en transparant zijn .

Deve ser aberto e transparente.

Op tegels op open plaatsen waren duidelijk roestkleurige vlekken te zien .

Havia claramente manchas coloridas em ladrilhos em locais abertos.

Bovendien zetten ze de deur wijd open voor liberalisering van andere sectoren .

Além disso, eles abrem a porta larga para a liberalização de outros setores.