vrij

Significado

Adj

1. free; not imprisoned or enslaved.
2. free; unconstrained.
3. free; unobstructed, without blockages.
4. free; without obligations or work.

Adv

fairly, rather, quite, very

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of vrijen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of vrijen:
3. (form-of,imperative) inflection of vrijen:

Pronunciado como (IPA)

/vrɛi̯/

Etimologia

From Middle Dutch vri, from Old Dutch frī, from Proto-West Germanic *frī, from Proto-Germanic *frijaz, from Proto-Indo-European *priHós, a derivation from *preyH- (“to be fond of”). Related to vrijen (“to make love”), vrijdag (“Friday”), vriend (“friend”), and vrede (“peace”).

Frases

In december is het altijd druk in de winkel , niemand mag dan vrij nemen .

Em dezembro, está sempre ocupado na loja, ninguém pode tirá -lo.

Het is vrij moeilijk om een plekje te krijgen op de kunstacademie.

É bastante difícil conseguir um lugar na Academia de Arte.

Het wil vrij en eerlijke verkiezingen waaraan alle burgers kunnen deelnemen .

Ele quer eleições gratuitas e honestas nas quais todos os cidadãos possam participar.

Hij was voorwaardelijk vrij maar nadat hij zich misdragen had moest hij terug naar de gevangenis .

Ele estava condicionalmente livre, mas depois de ter se comportado mal, ele teve que voltar para a prisão.

Het gaat om het domino-effect en het feit dat de speculatie vrij baan heeft .

É sobre o efeito dominó e o fato de a especulação ter um trabalho livre.