sluiten

Significado (Inglês)

1. (intransitive,transitive) to close
2. (transitive) to make, to affirm (a pact, friendship etc.)

Sinônimos

dichtmaken

op slot doen

dichtdoen

toedoen

afsluiten

beëindigen

🔚

vergrendelen

dichtgaan

dichtklappen

grendelen

opsluiten

dichten

bedekken

Hifenizado como

slui‧ten

Pronunciado como (IPA)

/ˈslœy̯tə(n)/

Etimologia (Inglês)

From Middle Dutch sluten, from Old Dutch *slūtan, from Proto-West Germanic *sleutan, from Proto-Germanic *slūtaną, *sleutaną (“to lock, shut”).

Frases

In het geval dat de boot lekt moet je het luik onmiddellijk sluiten .

No caso de o barco vazar, você deve fechar a escotilha imediatamente.