verschuiven

Meaning

  1. (transitive) to move, shift
  2. (transitive) to postpone
  3. (intransitive) to move (oneself)

Concepts

postpone
delay
adjourn
procrastinate
defer
put off
move
shelve
fall back
retrogress
recede
back up
regress
step back

go backward

flinch
give way
grant
hold off

move aside

nudge
oust
pull back
push back
put back
recoil
reflect
relay
remove
repel
resend
resist
retrench
sack
send back
set back
shift
slew
slow down
vary
walk back
yield
accommodate
send on
assign

be different

cede
chase away
cite
decelerate
Synonyms

uitstellen
C1

verdagen

aanhouden
C1
verplaatsen
B2
afwisselen
47k
bewegen
A2
afstaan
C2

achterstellen

achteruitgaan
achteruitlopen
schelen
A2
terrein verliezen
terugdeinzen
39k
teruggaan
B2
teruglopen
38k
toegeven
B1
uiteenlopen
variëren
29k
verlopen
B2
verschillen
C1
werken
A1
wijken
C2
terugkaatsen
refereren

terugwijzen

retourneren
uitdrijven
33k

terugbezorgen

bevorderen
C2

teruggooien

afmonsteren

verdrijven
C2
verjagen
C2
terugsturen
C1
afdanken

terugwerpen

vertragen
C1
verwijzen
C2

vooruitbrengen

weerkaatsen
weerspiegelen
35k

wegdrijven

wegjagen
C2

doorzenden

ontslaan
B2
ontzetten
45k
⚡
opschorten
42k

opschuiven

reflecteren
36k
royeren
Translations

aufschieben
verzögern
vertagen
fristen
stunden
adiar
aplazar
procrastinar
diferir
retardar
ajourner
différer
renvoyer
Frequency

C2
Pronounced as (IPA)
/vərˈsxœy̯və(n)/
Etymology

From ver- + schuiven.

Improve your pronunciation

Notes

Sign in to write sticky notes
Dutch