rekken

Meaning

Verb

1. to stretch
2. to prolong (in duration)

Noun

plural of rek

Concepts

stretch

lengthen

extend

elongate

stretch out

prolong

enlarge

expand

grease

increase

adulterate

aggrandize

anoint

apply

augment

dilute

reach

smear

spread

spread-eagle

spread out

step up

unfold

unfurl

unroll

magnify

protract

lay out

stretch out lengthen

layout

strain

draw

drag out

tense

widen

strech out

Synonyms

strekken

uitbreiden

uitstrekken

verlengen

ophouden

uitsteken

uitleggen

uitrekken

doortrekken

spreiden

uitbouwen

uitrollen

uitspreiden

uittrekken

verdunnen

vergroten

versnijden

verwateren

afwikkelen

besmeren

ontrollen

ontvouwen

doorsmeren

smeren

vertragen

langer maken

duren

langer laten duren

prolongeren

talmen

traineren

aanhouden

Hyphenated as

rek‧ken

Pronounced as (IPA)

/ˈrɛ.kən/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: recken

Inherited from Old Dutch: *rekken

In summary

From Middle Dutch recken, from Old Dutch *rekken, from Proto-West Germanic *rakkjan, from Proto-Germanic *rakjaną (“to stretch, to straighten”), from Proto-Indo-European *h₃roǵéyeti.