lag

Meaning

singular past indicative of liggen

liggen

1. (intransitive) to lie; to be lying down
2. (intransitive, often) to be, to be placed or located
3. (auxiliary) Forms a continuous aspect.
4. (transitive) to be one's thing; to suit

Read more

Pronounced as (IPA)

/lɑx/

Sentences

Ze lag in de eetkamer als ik mij niet vergis .

She was in the dining room if I'm not mistaken.

Het schip lag voor anker aan de kade .

The ship was anchored at the quay.

Het fruit lag op een prominente plek in de winkel .

The fruit was in a prominent place in the store.

De kentekenplaat lag na het ongeluk op het asfalt .

The license plate was on the asphalt after the accident.

De berghut lag boven de boomgrens .

The mountain hut was above the tree line.