hebt

Meaning

1. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of hebben:
2. (archaic,form-of,imperative,plural) inflection of hebben:
3. (dialectal,form-of,indicative,nonstandard,present,singular,third-person) third-person singular present indicative of hebben

Pronounced as (IPA)

/ɦɛpt/

Sentences

U hebt het in de hand .

Depende de usted.

Daar hebt u zich aan verbonden .

You have committed yourself to this.

Het is normaal dat je schrik hebt als je voor de eerste keer een beer in de ogen kijkt .

It's normal to be startled when you look a bear in the eye for the first time.

U hebt meerdere malen gevraagd wat dan de volgende stappen zijn .

What are the next stages, you asked several times?

Je hebt slechts een paar millimeter marge .

You only have a few millimetres of margin.

U hebt ongetwijfeld de discipelen voorbereid en de kerk op orde .

No doubt you have the disciples ready and the church organized.

Het traject dat je gekozen hebt is toch niet te onderschatten .

The route you have chosen cannot be underestimated.

We kunnen je alleen toelaten als je een toegangsticket hebt .

We can only admit you if you have an entry ticket.