druk

Meaning

Noun

1. (masculine) pressure
2. (masculine) pressure
3. (masculine) edition, printing (of a publication)

Adj

1. busy, crowded, hectic (of a place)
2. busy, preoccupied (of a person)
3. restless, uneasy
4. gaudy, messy, restless

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of drukken:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of drukken:
3. (form-of,imperative) inflection of drukken:

Pronounced as (IPA)

/drʏk/

Etymology

From Middle Dutch druc. Equivalent to a deverbal from drukken. Cognate with German Druck.

Sentences

Italië staat nu onder een enorme druk .

Italy is now under enormous pressure.

In december is het altijd druk in de winkel , niemand mag dan vrij nemen .

December is always busy in the store, so no one is allowed to take time off.

De druk zal steeds verder oplopen .

The pressures are going to become greater.

De druk op zeeniveau is ongeveer één atmosfeer .

The pressure at sea level is about one atmosphere.

Het wordt er al helemaal niet gemakkelijker op als de winstmarges onder druk staan .

It becomes even more difficult when profit margins are in question.