annuleren

Meaning

1. (transitive) to cancel
2. (transitive) to annul

Concepts

annul

nullify

cancel

void

rescind

repeal

abrogate

remit

abolish

abate

get rid of

revoke

abort

abjure

drop

remove

renege on

reprint

retrieve

rid

scrap

strike out

suppress

take back

trim

wind up

wipe out

withdraw

delete

worm

🪱

annihilate

cross out

disband

dispense with

do away with

draw back

elicit

exterminate

extract

glean

lift

liquidate

negate

pull

Synonyms

ontbinden

afgelasten

tenietdoen

terugnemen

afschaffen

herroepen

terugtrekken

opheffen

vernietigen

opzeggen

wegdoen

afwikkelen

doorhalen

doorstrepen

een streep halen door

elimineren

intrekken

liquideren

opdoeken

schrappen

solveren

stoppen

🛑

te niet doen

uitmaken

uitroeien

verbreken

verdelgen

verwijderen

aborteren

terugkrijgen

hernemen

ontlokken

ongeldig maken

afbreken

te voorschijn trekken

uithalen

tappen

ongedaan maken

afbestellen

terughalen

terughebben

Translations

annullieren

anular

annuler

anular

annullare

iptal etmek

revogar

feshetmek

abroger

kassieren

ακυρώνω

cancelar

contramandar

révoquer

Pronounced as (IPA)

/ɑnyˈleːrə(n)/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: annuleren

In summary

From Middle Dutch annuleren, from Middle French annuler from Old French annuler, from Latin annullō (“annihilate, annul”), from ad (“to”) + nūllus (“none, not any”).