neigen

Betekenis (Engels)

1. to bend over, lean (towards)
2. to tend, incline

Synoniemen

buigen

doen overhellen

geneigd zijn

geneigd zijn tot

neerlaten

neerslaan

teruglopen

verlagen

zakken

afslaan

lager worden

dalen

kantelen

naar beneden gaan

Uitgesproken als (IPA)

/ˈnɛi̯ɣə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch neigen, from Old Dutch neigen, from Proto-Germanic *hnaigijaną, the causative of nijgen. The weak verb adopted most intransitive uses from strong nijgen in modern Dutch, the latter being restricted to “bowing as a sign of respect”. Compare however genegen (“inclined to”).