real
Betekenis (Engels)
-
- True, genuine, not merely nominal or apparent.
- Genuine, not artificial, counterfeit, or fake.
- Genuine, unfeigned, sincere.
- Actually being, existing, or occurring; not fictitious or imaginary.
- That has objective, physical existence.
- Having been adjusted to remove the effects of inflation; measured in purchasing power (contrast nominal).
- Relating to the result of the actions of rational agents; relating to neoclassical economic models as opposed to Keynesian models.
- Being either a rational number, or the limit of a convergent infinite sequence of rational numbers: being one of a set of numbers with a one-to-one correspondence to the points on a line.
- Relating to immovable tangible property.
- Absolute, complete, utter.
- (slang) Signifying meritorious qualities or actions especially as regard the enjoyment of life, prowess at sports, or success wooing potential partners.
- (informal) Firm.
Concepten
echt
werkelijk
reëel
waar
daadwerkelijk
echte
eigenlijk
heus
effectief
real
aanmerkelijk
aanzienlijk
erg
geruim
waarachtig
wezenlijk
reële
belangrijk
ernstig
voornaam
zwaar
zwaarwichtig
concreet
feitelijk
onvervalst
authentiek
ware
meerderjarig
mondig
gegrond
gelijk hebbend
juist
actief
bedrijvend
bedrijvig
werkdadig
werkend
werkzaam
imponerend
indrukwekkend
majestueus
plechtstatig
statig
verheven
absoluut
onvermengd
onvoorwaardelijk
puur
volstrekt
zuiver
daadwerkelijk
feitelijk
werkelijk
wezenlijk
inderdaad
typisch
oprecht
vast-
origineel
bestaand
werkelijkheid
zakelijk
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈɹiːəl/
Etymologie (Engels)
From Middle English real, from Old French reel, from Late Latin reālis (“actual”), from Latin rēs (“matter, thing”), from Proto-Indo-European *reh₁ís (“wealth, goods”). Doublet of realis.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " real " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Zinnen