shock

Betekenis

Frequentie

B1
Uitgesproken als (IPA)
/ʃɒk/
Etymologie

From Middle Dutch schokken (“to push, jolt, shake, jerk”) or Middle French choquer (“to collide with, clash”), from Old Dutch *skokkan (“to shake up and down, shog”), from Proto-Germanic *skukkaną (“to move, shake, tremble”). Of uncertain origin. Perhaps related to Proto-Germanic *skakaną (“to shake, stir”), from Proto-Indo-European *(s)kek-, *(s)keg- (“to shake, stir”); see shake. Cognate with Middle Low German schocken (“collide with, deliver a blow to, move back and forth”), Old High German scoc (“a jolt, swing”), Middle High German schocken (“to swing”) (German schaukeln), Old Norse skykkr (“vibration, surging motion”), Icelandic skykkjun (“tremulously”), Middle English schiggen (“to shake”). Doublet of shog.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " shock " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes
Zinnen
Septic shock   can   also   arise .

Septische schok kan ook ontstaan.

Questions