vangen

Betekenis (Engels)

Verb

to catch

Noun

plural of vang

Concepten

vangen

pakken

beetkrijgen

vastpakken

beetnemen

vatten

grijpen

aangrijpen

bemachtigen

halen

inslaan

teisteren

vastgrijpen

opvangen

bemerken

confisqueren

gewaar worden

in beslag nemen

konfiskeren

merken

raken

treffen

verbeurd verklaren

vernemen

waarnemen

opsporen

betrappen

opsluiten

verweven

knopen

strikken

vastbinden

opscheppen

scheppen

arresteren

Met koppelteken als

van‧gen

Uitgesproken als (IPA)

/ˈvɑŋə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch vangen, from Old Dutch fangan. Back-formed from the past-tense forms of Middle Dutch vâen, from Old Dutch fān, from Proto-West Germanic *fą̄han, from Proto-Germanic *fanhaną.

Zinnen

Een duidelijke beslissingsstructuur maakt het mogelijk schepen in nood op te vangen .

A clear chain of decision-making will make it possible to provide refuge for ships in distress.

Hernieuwbare energie moet ook worden gebruikt om de schaarste aan brandstoffen op te vangen .

Renewable energy should also be a means of relieving fuel poverty.