heer

Betekenis (Engels)

  1. (masculine) a lord; master
  2. (masculine) a gentleman
  3. (masculine) a cleric, notably a Catholic priest

Concepten

heer

meneer

baas

meester

man

koning

leger

vorst

patroon

kerel

armee

mijnheer

jongen

heerschaar

troepenmacht

heerschap

gentleman

strijdmacht

strijdkrachten

legermacht

mens

krijgsmacht

troep

troepen

heir

landheer

landmacht

echtgenoot

eega

gemaal

despoot

goeverneur

heerser

machthebber

potentaat

soeverein

mynheer

monarch

aanvoerder

aanvoerster

chef

chief

gebieder

hoofd

kopstuk

leider

knul

Frequentie

A2
Uitgesproken als (IPA)
/ɦeːr/
Etymologie (Engels)

From Middle Dutch hêre, from Old Dutch hērro, hēro, from Old High German hēriro, hērro, the comparative form of hēr (“noble, venerable”) (German hehr), by analogy with Latin senior (“elder”). The Old High German word originally meant "grey, grey-haired", and descends from Proto-Germanic *hairaz (“grey”), making it cognate with English hoar, Old Norse hárr.

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " heer " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions