distinct

Betekenis (Engels)

Adj

1. Capable of being perceived very clearly.
2. Different from one another (with the preferable adposition being "from").
3. Noticeably different from others; distinctive.
4. Separate in place; not conjunct or united; with from.
5. (obsolete) Distinguished; having the difference marked; separated by a visible sign; marked out; specified.
6. (obsolete) Marked; variegated.

Verb

To distinguish; to make a distinction.

Concepten

duidelijk

klaar

uitgesproken

helder

verschillend

afzonderlijk

zuiver

apart

ongelijk

anders

afgezonderd

bijzonder

los

hel

licht

lichtend

doorzichtig

transparant

uiteenlopend

afgescheiden

individueel

onderscheiden

begrijpelijk

inzichtelijk

onloochenbaar

ontegenzeggenlijk

verhelderend

verstaanbaar

zonneklaar

Uitgesproken als (IPA)

/dɪˈstɪŋkt/

Etymologie (Engels)

From Middle English distincte, from Old French, from Latin distinctus, past participle of distinguere (“to distinguish”); see distinguish.

Zinnen

She's drawn to directors with distinct , slightly " outsider " points of view .

Ze wordt aangetrokken tot regisseurs met afzonderlijke, enigszins "buitenstaander" gezichtspunten.

The tympanum and supratympanic fold are distinct .

De tympanum en supratympanische vouw zijn verschillend.