reisen
Betekenis (Engels)
to travel
Concepten
op trektocht gaan
doorzwerven
Synoniemen
sich begeben
sich entfernen
umherstreifen
Reise unternehmen
Tour machen
auf Reisen sein
Ferienreise
unterwegs sein
herumreisen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
[ˈʁaɪ̯zn̩]
Etymologie (Engels)
From Middle High German reisen, from Old High German reisōn, from Proto-West Germanic *raisōn.
'%3e%3c/path%3e%3c/g%3e%3cdefs%3e%3cmarker%20markerWidth='4.5'%20markerHeight='4.5'%20refX='2.25'%20refY='2.25'%20viewBox='0%200%204.5%204.5'%20orient='auto'%20id='SvgjsMarker4023'%3e%3cpolygon%20points='0,4.5%201.5,2.25%200,0%204.5,2.25'%20fill='white'%3e%3c/polygon%3e%3c/marker%3e%3c/defs%3e%3c/svg%3e)
Begin met het leren van Duits met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " reisen " en vele andere woorden en zinnen in Duits .
Ga naar onze Duits cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions
