mover

Betekenis (Engels)

  1. (transitive) to move (to cause to change place or posture)
  2. (transitive) to shake (e.g. to shake one's head, to shake one's tail feather)
  3. (transitive) to wiggle (e.g. one's ears, fingers, nose, toes)
  4. (transitive) to wag (e.g., an animal's tail wagging)
  5. (transitive) to move to, to cause to
  6. (transitive) to swing (e.g. a sword, a bat, a tennis racket, one's tail)
  7. (reflexive) to move (to change place or posture)
  8. (reflexive) to shift
  9. (reflexive) to move around, to get around, to drift (i.e. make one's way about a place, to navigate or travel)
  10. (reflexive) to budge, to stir, to twitch, to fidget, to move (in an agitated manner)
  11. (reflexive) to get a move on (idiom)
  12. (reflexive) to be moved (by a performance, etc.)

Concepten

bewegen

verroeren

verplaatsen

roeren

verschuiven

aangrijpen

omzetten

ontroeren

overbrengen

overplaatsen

verleggen

verdrijven

verdringen

zetten

zich bewegen

Frequentie

B2
Met koppelteken als
mo‧ver
Uitgesproken als (IPA)
/moˈbeɾ/
Etymologie (Engels)

Inherited from Old Spanish mover, from Latin movēre. Compare English move.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Spaans

Begin met het leren van Spaans met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " mover " en vele andere woorden en zinnen in Spaans .

Ga naar onze Spaans cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions