fair

Betekenis (Engels)

Concepten

rechtvaardig

mooi

kermis

fair

bazaar

schoon

eerlijk

beurs

markt

marktplaats

redelijk

schappelijk

blond

billijk

goed

fraai

knap

net

prachtig

bevallig

correct

rechtschapen

doenbaar

bleek

jaarmarkt

marktplein

aardig

jaarbeurs

rein

tamelijk

zuiver

braderie

aankoop

aanschaf

afname

afzetgebied

inkoop

overname

zacht

bekoorlijk

charmant

innemend

lief

liefelijk

schattig

snoeperig

snoezig

voorkomend

vriendelijk

zoet

juist

recht

niet onbeduidend

klaar

terecht

behoorlijk

uitlijnen

effenen

blank

fatsoenlijk

onbelemmerd

acceptabel

gerechtvaardigd

Frequentie

A2
Uitgesproken als (IPA)
/fɛə/
Etymologie (Engels)

From Middle English fayr, feir, fager, from Old English fæġer (“beautiful”), from Proto-West Germanic *fagr, from Proto-Germanic *fagraz (“suitable, fitting, nice”), from Proto-Indo-European *peh₂ḱ- (“to fasten, place”). Cognate with Scots fayr, fare (“fair”), Danish feir, faver, fager (“fair, pretty”), Norwegian fager (“fair, pretty”), Swedish fager (“fair, pretty”), Icelandic fagur (“beautiful, fair”), Umbrian pacer (“gracious, merciful, kind”), Slovak pekný (“good-looking, handsome, nice”). See also peace.

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " fair " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes
Zinnen
Fair   was born   in   Coldwater Michigan .

Fair werd geboren in Coldwater, Michigan.

Questions